De vroegere Sint-Adriaansabdij was een groot complex. Vandaag zie je enkel nog het Abtenhuis, het poortgebouw, het Koetshuis en de ijskelder. De Abdij telde in haar gloriedagen echter ook een kerk en een klooster.
Het kloosterpand, waar de monniken woonden, aten en sliepen, bevond zich tussen de Abdijkerk en het Abtenhuis. Samen met de Abdijkerk werd het klooster na de Franse Revolutie gesloopt. De stenen werden verkocht als bouwmateriaal.
De kloostergang – de gaanderij rond de binnenplaats van het klooster – is nu zichtbaar gemaakt via betonnen elementen en houten zit-en speelplateaus.