Midden in de onstuimige schoolstrijd aan het eind van de 19e eeuw biedt de onderwijswet van 1881 een liberaal antwoord aan het katholieke vrije onderwijs. De Belgische staat beslist dat gemeenten minstens één neutrale middelbare school dienen in te richten. Geraardsbergen gaat aan de slag en bouwt aan de huidige Begijnhofkaai een omvangrijke rijksmiddelbare school (1881-1883) op de locatie van het net volledig gesloopte begijnhof. Uiteraard kiest men niet voor de katholieke neogotiek. Voor een school van het Belgische rijk past een statig neoclassicisme dat macht en aanzien uitstraalt, ver verwijderd van bewierookte spitsbogen en kruisvensters.
In 1949 werd in het gebouw een aparte Rijksmiddelbare school voor meisjes ingericht en in 1971 kreeg de Rijksmiddenschool hier een onderkomen.